Motor Rijden

Jessica:
Rik, ik wil lekker met je kussen.

Rik:

Nou Jessica, ik moet er even van tussen.

Jessica:
Maar oh, ik wil nu met je vrijen.

Rik:
Neeeeeii, ik wil liever, op mijn motor rijden.

Rik:
Het is zo lekker lekker lekker, als ik op mijn motor rij...

Jessica:
Wat een toestand, wat een toestand.

Rik:
Even pittige scheuren, en echt niemand houd me bij.

Jessica:
Rustig aan alsjeblieft.

Rik:
Ik ben in mijn element,
Als ik op mijn motor toer.
Meiden worden wild, want die vinden me zo stoer.
Motor rijden...

Rik:
Mo, mo, mo, mo Motor rijden hoort bij mij.

Jessica:
Na, na, na, na, na, na, na, na.

Rik:

Mo, mo, mo, mo motor.
Je maakt mij zo blij.

Jessica:

Na, na, na, na, na, na, na, na.

Rik:

Mijn naam is Rik,
Ik heb een tik.
Motor rijden. 

Koor:
Mo...mo...mo...mo...

Rik:
Het is zo heerlijk, heerlijk, heelijk,
Als ik op mijn motor rij.

Koor:
Motor rijden, Motor rijden.

Rik:
Even pittige scheuren en echt niemand houdt me bij.

Koor:
Motor rijden, Motor rijden.

Rik:
Ik ben in mijn element met mijn moter op de weg.
Arnie is jaloers, Arnie die heeft pech.
Motor rijden.

Rik:
Mo, mo, mo, mo Motor rijden hoort bij mij.

Koor:
Oeoeoeoeoooee...

Rik:
Mo, mo, mo, mo motor. Je maakt mij zo blij.

Koor:
Oeoeoeoeoeoeoe....

Rik:
Mijn naam is Rik, ik heb zo'n schik,
Dit is mijn tik.
Motor Rijden.

Jessica:
Als ik eenmaal met mijn fietsbel bel,
Nou dan weet je het wel, nou dan weet je het wel.

Rik:

Hé, hé Jessica,

Jessica:
Ja?

Rik:
Ben je op de fiets?

Jessica:

Ja stoere Rik.

Rik:

Kom maar op mijn motor.
Spring maar achterop, spring maar achterop.

Rik en Jessica:
Spring maar achterop.

Jessica:

Kijk, daar heb je Robbert in zijn auto.

Robbert:

Het is mij Robbert!

Rik:

Die die scheur ik wel effe voorbij.

Robbert:

Kwajongen!

Rik:
Mo, mo, mo, mo Motor rijden hoort bij mij.

Koor:
Motor rijden, Motor rijden!

Rik:
Mo, mo, mo, mo motor. Je maakt mij zo blij.

Koor:
Motor rijden, Motor rijden!

Rik:
Mijn naam is Rik,
ik heb een tik. 

Jessica:
Op de step, op de step.
Ik ben zo blij dat ik hem heb.

Rik:

Uh, Jessica, je zit op een motor.

Jessica:

O, wat een toestand...
Eh...nou, Op de motor, op de motor, 1 pond kaas, en 3 ons boter.

Rik:
Motor, motor, motor, motor...rijden...!

Rik:
Ah...ah... ik ik ben gevallen.

Jessica:
Ik ook, maar met mij gaat het wel. Heb je pijn Rik?

Rik:
Ja... op me knie.

Jessica:
Zal ik d'r een kusje opgeven dan?

Rik:
Ja... (smak)

Rik:
En op me wang... (smak)

Rik:
En en op me mond...(grote smak)
Het gaat wel weer...