Vinkeveen

Vinkeveen, volle maan
Op de steiger slaapt een reiger
die het liefst in het water had gestaan.
Maar het vriest dat het kraakt
en de winter heeft een splinternieuwe
spiegelvloer van ijs voor ons gemaakt.

Dus ik weet, morgenvroeg
klinken slagen langs de kragen
want het ijs is morgen zeker sterk genoeg
voor een toch langs het riet
Rijden schaatsen langs de plaatsen
waar je anders roei- en motorbootjes ziet.

Morgen zijn er vaders met hun sleeën
Morgen zwieren mensen met zijn tweeën
langs de koek- en zopiekramen.
Morgen spelen alle mensen samen.
Morgen is het ijs van iedereen
maar nu ben ik nog alleen in

Vinkeveen, volle maan.
Ik maak sporen met mijn noren
die ik voor het eerst dit jaar heb aangedaan.
En ik glijd ongedacht,
evenwichtig en voorzichtig
maak ik krassen in het schijnsel van de nacht.