É Lisboa A Namorar, Hé Lissabon
Cuca Roseta:
Cortesã das minhas noites
Donzela do sol a pino
Miúda a pedir açoites
Mulher do meu desatino
Menina das amoreiras
Peixeira da beira-mar
Todas são namoradeiras
É Lisboa a namorar
Aí Lisboa quem pudesse
Ser a proa da fragata
Que rompe quando anoitece
O seu vestido de prata
Afagar com dedos brandos
Como beijos na maré
A tua boca de morangos
Vendida no cais sodré
Jan Dulles:
Dan komt die meid naar mij toe
Zij stond net al zo te wenken
Één seconde om na te denken of ik die passie nu wel aan kan
Haar kus is niet hetzelfde als gewonen zoenen
Zulke vrouwen zie je zelden
De moed zakt mij al naar mijn schoenen
Hé Lissabon, wil je haar zeggen
Dat ik voel maar niet kan praten
Waarom ik zonder uit te leggen,
De kroeg zo vluchtig heb verlaten
Als ze vraagt waarom ik weg moest
Verontschuldig me maar weer
En als ze Volendammers aandoet
Vindt ze me nog wel een keer
Cuca Roseta & Jan Dulles:
Cuca Roseta: | Jan Dulles: |
Aí Lisboa quem pudesse | Hé Lissabon, wil je haar zeggen |
Ser a proa da fragata | Dat ik voel maar niet kan praten |
Que rompe quando anoitece | Waarom ik zonder uit te leggen, |
O seu vestido de prata | De kroeg zo vluchtig heb verlaten |
Afagar com dedos brandos | Als ze vraagt waarom ik weg moest |
Como beijos na maré | Verontschuldig me maar weer |
A tua boca de morangos | En als ze Volendammers aandoet |
Vendida no cais sodré | Vindt ze me nog wel een keer |