In het tirollarjodelland met bergen en met dalen,
Ging een vrouw charmant met mutsen en met sjalen,
Voor de eerste keer skiën, daar was een spelonk,
Zij kon nog niet stoppen haar echo weerklonk (Joehoe!).

Jodalidelodilee, ik sodemieter naar benee.
Jodalidelodilint, had ik maar wat tegenwind.
Jodalidelodilond, de tanden vliegen uit mijn mond.
En met drie gebroken benen, lig ik voor pampus op de grond (Joehoe!).

In het alpenland, zaten twee dolle mieten,
Op een bergwand van de natuur te genieten.
Met hun bips in de sneeuw, maar dat viel tegen, toen hebben die twee sneeuwballen gekregen (Joehoe!).

Jodalidelodilee, ow wat doen die dingen wee...
Jodalidelodilijs, 'tis gewoon een klompje ijs.
Jodalidelodilarm, we zaten enkel arm in arm.
Wie stuurt ons een zakje kolen, dan stoken wij de boel weer warm (Joehoe!).

Naar Hienterklem, had Ien een reis geboekt en een een skipak gekocht met een veel te strakke broek.
Dus in Iens broek, zat het van hienter klem,
Ze smeet de broek in één hoek en riep met luide stem...(Luister.. Luister!)

Jodalidelodilee, ik krijg die broek niet naar benee.
Jodalidelodilak, ik bukte en toen zei die krak.
Jodalidelodilee, ik zat voorover op een slee, en glee het zal je maar gebeuren, in een slip naar benee (Joehoe!).

In een stoeltjeslift de bergtop op, hing een man met zijn ski's,
hij had een borreltje op.
Hij stapte uit boven, maar er ging iets verkeerd.
Hij klapte voorover en werd gecas... En hij had zich bezeerd. (Joehoe...)

Jodalidelodilee, zit helemaal in de puree.
Jodalidelodilij, ik lig te krimpen van de pijn.
Jodalidelodilel, m'n klokkenspel zit in de knel.
Had maar niet zoveel gedronken, maar jodelen kan ik nu wel.
Had maar niet zoveel gedronken, maar jodelen kan ik nu wel.