Vind jouw favoriete songtekst!

Alaaf Alaaf Alaaf

Vrouw, zei me man, trek je baljurk an
Doe haar je haar in de krul, geen geleuter.
Ik ben prins carnaval, dus we gaan naar het bal
We storten ons in de lallende meute.
Dus hij in de glitters, met medailles en stickers
En z'n hand in de stand van hijsen.
En ik als zijn vrouw, oh ik erger me blauw
Dat ik daar alaaf moet gaan krijsen
En ik neem voor zijn plezier, een flink glas bier

Alaaf, alaaf, alaaf
Tussen wamre en koppen en zwetende lijven
Alaaf, alaaf, alaaf
Tussen kerels die niet van je af kunnen blijven
Ze trekken je om, trekken je arm uit de kom,
Alaaf, alaaf, alaaf
Dus doe ik maar mee en zing ik maar braaf:
Alaaf, alaaf, alaaf

M'n vriendin van de bridge, die met haar huis vol met kids riep:
'Oh dot, wat ben jij een bofkont. Je hebt vier dagen gein, oh wat lijkt mij dat fijn.'
Terwijl ze wist dat ik het een soft vond.
Je mot perse aan de zwier, en je druipt van 't bier
Van je schoenen tot in het decolleté
En m'n jurk, haute couture, heeft 't zwaar te verduren
Ze trappen steeds m'n sleep naar benee.
En ik drink uit chagerijn, een liter brandewijn


Alaaf, alaaf, alaaf,
Tussen hossende mannen en hitsige vrouwen
Alaaf, alaaf, alaaf,
Ze knijpen, ze grijpen, ze trekken, ze douwen
Wat een malaise, in de polonaise.
Alaaf, alaaf, alaaf
En ik doe maar mee en ik zing hier braaf:
Alaaf, alaaf, alaaf

Ik sjok achter me man, met z'n apepak an
De sul loopt te hupsen en hossen
Hij staat in 't schuim te happen en zwaait 'ie met flappen
Maar hij moet nog de auto aflossen
Ik ben hem kwijt al een tijd, hij zit verderop met een meid
Daar zit meneer de bar te verteren
Oh ik baal als een stier, want thuis is 't een dooie pier
En hier hij zit hij deftig te peren
Ja nu ben ik het zat. Ober? Breng me maar een vat!

Alaaf, alaaf, alaaf
Tussen zatte piraten en lallende dellen
Alaaf, alaaf, alaaf
Tussen boeren en kielen en berenvellen
Ze trekken me om, trekken me arm uit de kom
Alaaf, alaaf, alaaf
Dus ik doe maar mee hè, en ik zing maar braaf:
Alaaf, alaaf, alaaf

Alaaf, alaaf, alaaf
Tussen lallende kwallen en verende beren
Alaaf, alaaf, alaaf
Tussen kerende boeren en knellende vellen
Ze hebben het om, trekken je kiel uit de kom
Alaaf, alaaf, alaaf
Maar gelukkig blijf ik zelf altijd reuze beschaafd
Alaaf, alaaf, alaaf.